woensdag 16 november 2016

Merck

Duitse wortels zijn twee beursgenoteerde farmaciebedrijven die Merck heten en dat is voor beleggers nog wel eens verwarrend. Beide Mercks komen bovendien voort uit liet zelfde Duitse apothekersbedrijf dat werd gestart in het Darmstadt van de 17e eetiw. Aan het eind van de eerste wereldoorlog werd de Amerikaanse tak van (1.1t bedrijf gebruikt voor herstelbetalingen en werd zodoende een zelfstandige Amerikaanse onderneming.

Merck en Co

In de VS en Canada gebruikt dat bedrijf (NYSE code M RK) sindsdien de naam Merck & Co. Buiten Noord-Amerika staat het bekend als MSD (Merck, Sharp & Dohme). Het moederbedrijf ging verder onder dezelfde naam en staat genoteerd aan de Duitse effectenbeurs, verwarrend genoeg is het daar ook te vinden met fondscode MRK. Het Duitse Merck zit in de DAX, het Amerikaanse Merck in de I )ow Jones index. Behalve het gebruik van de merknaam hebben de twee niets (neer met elkaar te maken. De Amerikanen opereren in Europa dus onder de naam MSD waarvan ook het van Akzo afkomstige Organon tegenwoordig een onderdeel is. Het Duitse Merck opereert in Noord-Amerika dan weer onder de naam EMD (1 inanuel Merck Darmstadt). Het Amerikaanse Merck is nu bijna vier keer zoveel waard als het in 1668 gestarte voormalige Duitse moederbedrijf, dat met 37 miljard euro ook bepaald geen apotheker op de hoek meer is. Merck & Co maakt onder meer de medicijnen ,lanuvia (diabetes), Zetia (cholesterol) en ontstekingsremmer Remicade. Net als bij Prizer is bij Merck dividend een aandachtspunt. Over het algemeen gaan beleggers zich afvragen of een dividend houdbaar is als de payout-ratio (het percentage van de winst per aandeel dat wordt uitgekeerd als dividend) te hoog wordt en dat is bij Merck de laatste jaren wel vaak het geval. Er zitten in de winstcijfers wel vaak eenmalige zaken die het beeld vertroebelen.

$ 3,85 per aandeel

Zonder de kosten voor herstructureringen en dergelijke komt de winst dan hoger uit. Voor 2016 wordt een winst per aandeel van 3,85 dollar verwacht, waardoor het aandeel 13,8 keer de winst doet. Merck is kosten aan het maken om de expiratie van enkele belangrijke patenten op te vangen, zoals die van astmamedicijn Singulair en kankermedicijn Temodar. Daarnaast werd in 2014 Idenix Pharmaceuticals overgenomen voor 4 miljard dollar en dat moet ook worden ingepast. Veel van die eenmalige kosten lijken bij Merck inderdaad eenmalig. Daarnaast zorgt de solide balans en de recente goedkeuring van Keytruda ervoor dat het dividend voorlopig niet in gevaar zal komen. Keytruda is een veelbelovend medicijn dat wordt ingezet bij de behandeling van verschillende soorten kanker. Merck heeft de komende jaren wel last van het aflopen van patenten, maar vermoedelijk minder dan Pfizer. Pikant in dit verband is dat Pfizer een samenwerkingsverband heeft met het Duitse Merck. Daarin worden vooral medicijnen tegen kanker doorontwikkeld waar het Duitse Merck al succesvol mee heeft getest. Pfizer betaalde Merck daarvoor al honderden miljoenen dollars en dat zal de komende jaren nog meer worden. Dit drukt licht op de winstverwachting bij Pfizer. Als we de grootste farmaciebedrijven van de wereld tegen elkaar afzetten, zijn de verschillen in waardering niet al te groot. De koers-winstverhoudingen (op basis van de winsttaxatie voor 2016) liggen rond de 14, het dividendrendement is hoger dan 3 procent, de verwachte groeivoet ligt rond de 5 procent. Farmacieaandelen zijn defensieve beleggingen: de bedrijven kenmerken zich door een stabiele winst- en omzetontwikkeling en de winstmarges zijn hoog. Een aandeel uit deze sector mag eigenlijk niet in een goed gespreide aandelenportefeuille ontbreken.

dinsdag 15 november 2016

Pfizer Pfizer

Pfizer Pfizer uit New York is met een beurswaarde van meer dan 200 miljard dollar een van de grootste bedrijven van de wereld. Meer dan de helft van de omzet wordt buiten de Verenigde Staten behaald. Bekende medicijnen van Pfizer zijn Lipitor (gebruikt bij hoog cholesterol), ontstekingsremmer Celebrex, erectiepil Viagra, Xanax (bij angststoornissen) en het antidepressivum Zoloft. De productie van medicijnen kost over het algemeen niet veel. De kosten zitten in het onderzoek naar en de ontwikkeling van nieuwe medicijnen. Hieraan geeft Pfizer pakweg 7 miljard dollar per jaar uit. Patenten zijn belangrijk voor de winstgevendheid van farmaciebedrijven. Zodra het patent expireert nemen generieke medicijnmakers de markt over met goedkope varianten met dezelfde werkzame stof. Pfizer heeft daar de laatste jaren relatief veel last van. Zo liep in 2011 het patent op Lipitor af. Pfizer verkocht op het hoogtepunt voor 13 miljard dollar per jaar van dit succesnummer, nu is dat nog maar 2 miljard. En zo zijn er meer: het Europese patent op Viagra verliep in 2015 en de omzet zette direct een duikvlucht in Analisten schatten met name vanwege de vele expirerende patenten de groei van de winst per aandeel voor Pfizer de komende jaren vrij laag in. Het is de vraag of daarmee het ruimhartige dividend van Pfizer (momenteel 1 procent per jaar) in gevaar komt. Dat lijkt mee te vallen, want er is een aantal (Itcijnen dat het stokje kan gaan overnemen. Zo zit de omzet van Lyrica (een middel tegen onder meer herpes) sterk in de lift. Het patent op Lyrica loopt (ot 2018. Bij twee jonge medicijnen tegen verschillende vormen van kanker, .111ori en Inlyta, is de omzetgroei tientallen procenten op jaarbasis. Met deze nieuwe groeiparels lijkt het dividend voorlopig gewaarborgd. Dividend 1', heilig voor Pfizer, het bedrijf verhoogde 41 jaar lang ieder jaar het dividend, tot het / 1(.11 in crisisjaar 2009 gedwongen zag de jaarlijkse uitkering te halveren. De sterke )(I lans van Pfizer zorgde ervoor dat het daarbij bleef. Het bedrijf heeft voor ruim 30 iiiiljard dollar aan contanten en liquide beleggingen op de balans staan. Het is duidelijk dat Pfizer voor een grote uitdaging staat om de vele imtentexpiraties op te vangen. Dat gaat echter waarschijnlijk wel lukken: ondanks de beperkte groei voor de komende jaren zijn de vooruitzichten op de wat langere ei mijn gunstig.

vrijdag 4 november 2016

woensdag 2 november 2016

Johnson & Johnson: farmaceut-plus

Het Amerikaanse Johnson & Johnson is een farmaceut-plus. Dit bedrijf maakt behalve medicijnen ook consumentenproducten. Bekende merken zijn: Band-Aid en Compeed (pleisters), Listerine (mondwater), Acuvue (contactlenzen), Natusan (babyverzorging) en O.B. (tampons). Maar ruim driekwart van de omzet bestaat uit farmaceutische producten en medische hulpmiddelen. Johnson & Johnson is een beetje een saai bedrijf maar heeft een uitstekend management, dat het rendement op het eigen vermogen al jaren boven de 25 procent weet te houden. De balans is ijzersterk. Johnson & Johnson is een ware `dividendkampioen'. Het dividend is in de afgelopen 50 jaar ieder jaar verhoogd en bedraagt nu 3 dollar per aandeel. Heerlijk voorspelbaar, geweldig saai. Waren er maar meer van dit soort aandelen te koop voor deze prijs! Het management van Johnson & Johnson heeft een goede neus voor overnames waarmee het zijn productlijn aanvult. Daarbij werd ook in Nederland gewinkeld, zoals in 2011 toen Crucell werd gekocht. Eerder legde Johnson & Johnson al een miljard dollar op tafel voor een belang in biotechnologiebedrijf Elan.

vrijdag 28 oktober 2016

Gezondheidszorg en beleggen

In de AEX zitten ze niet, maar farmaceuten hebben in veel andere belangrijke beursindices een flink gewicht. In de Amerikaanse Dow Jones index zitten er maar liefst drie: Johnson & Johnson, Merck en Pfizer. Op dertig componenten is dat best veel. En dan zit ook zorgverzekeraar UnitedHealth Group nog in de index, en General Electric (zie hoofdstuk 7), dat ook een grote divisie medische apparatuur heeft. Maar Nederland heeft Philips, dat zich momenteel transformeert tot specialist in gezondheidszorg en persoonlijke verzorging. Dat aandeel wordt steeds koopwaardiger.
Aandelen in de farmaciesector gingen rond de eeuwwisseling voor dertig keer de winst over de toonbank. Nu is de koers-winstverhouding in veel gevallen nog niet de helft daarvan. De sector is uit de gratie bij beleggers en dat biedt altijd kansen. De lagere waarderingen hebben te maken met het feit dat patenten aflopen van succesmedicijnen waar sommige farmaceuten zwaar op leunden. Hoge kosten voor het ontwikkelen van nieuwe medicijnen en de concurrentie van goedkope, nagemaakte medicijnen na het aflopen van de patenten drukten de vooruitzichten.